maandag 2 juli 2012

mijn herontwerp te gebruiken voor assessmentbeoordeling


Het herontwerp volgens het assessment



Hieronder heb ik getracht om een overzicht te geven van mijn ontwikkeling binnen LA2. Het is een dwarsdoorsnede van alle producten die ik heb ontwikkeld en opgesteld. Voor meer informatie verwijs ik dan naar de eerdere producten op mijn blog.

Voor het gemak heb ik het formulier van de assessment als uitgangspunt genomen om zodoende schematisch te kunnen voldoen aan alle ontwikkelingen.

Zoals aangegeven heb ik de ontwikkeling in beeld gebracht. Het is best lastig om de doorlopende lijn aan te geven aangezien er meerdere trajecten langs elkaar operationeel zijn. Zo is er de doorlopende ontwikkeling van de schakelklas, is het PDCA-model in uitvoering en wordt er gewerkt aan een betere transparante communicatie binnen onze eigen organisatie.

Om er toch een soort van rode draad aan te geven vond ik het verstandig om dit via het assessmentdocument te doen. Dit maakt het voor de beoordeling ook eenvoudiger.

Verschillende keren verwijs ik naar documenten die in dit traject ontwikkeld zijn. Het zijn dus hoofdzakelijk documenten die door mijzelf ontwikkeld zijn al dan niet bijgestaan door directie of collega’s.

Omdat er zoveel verschillende documenten beschikbaar zijn is voor mij lastig om hieruit de juiste keus te maken aangezien niet helemaal duidelijk is welke documenten nu echt relevant zijn om de ontwikkelingen van verandering in beeld te brengen. Ik hoop dat ik er enigszins in geslaagd ben om dit via onderstaand document weer te geven.     



VERPLICHT PRODUCT 1:
De start van het herontwerp:
Tijdens het werken in onze werkgroep ‘de derde orde’ zijn we tot de ontdekking gekomen dat we een overeenkomstig doel hebben: het leren via een cyclus van double- en single-loop learning. Deze theorie van Argyris en Schön (1978) vindt zijn grondslag in het idee dat individuen en/of een organisatie in een omgeving een bepaald doel wil(len) bereiken, het doel wil(len) vervolmaken of door ervaring zelfs het doel wil(len) bijstellen of verwerpen. Een belangrijk onderdeel hierbij is dan het zogenaamde ‘reflective practice’ waarbij zij het zelf omschrijven als “the capacity to reflect on action so as to engage in a process of continuous learning”.  De volgende theorie is hier van toepassing:

Argyris heeft samen met Schön leermodellen ontwikkeld. (single-loop en double-loop)
Het artikel gaat ook na hoe deze modellen zich verhouden t.o.v. Leersystemen voor organisaties.(organizational learning systems)
Het onderwerp is: "Theories of action, double-loop learning and organizational learning".
Wanneer organisaties willen leren en zich willen ontwikkelen is het nodig dat individuen bepaalde typen gedrag en overtuigingen hebben, zoals het vermogen om betrokken te zijn bij andere mensen, om relaties te leggen tussen het concept (abstract/algemeen) en het bijzondere (concreet) en om basale uitgangspunten en waarden te onderzoeken.

Voor de verdere theoretische onderbouwing verwijs ik naar de site van ‘de derde orde’.



  Chris Argyris.











In onze ‘de derde orde’-organisatie hebben we gemeend om in te zoomen op het communicatieve aspect van dit principe. Hieronder is te zien hoe deze principes schematisch weergegeven worden. Later hebben we hier ons trapmodel op gebaseerd wat verderop in dit artikel te vinden is.













We hebben gemeend om dit in ons team te implementeren. Omdat dit deel uitmaakt van mijn herontwerp heb ik hierover reeds een presentatie gegeven.  In de ppt Kwaliteitszorg op het Hooghuis is dit terug te vinden. Dit is een blauwdruk over hoe de docenten in onze locatie dienen om te gaan met dit veranderingsproces. In de presentatie is dan ook aangegeven op welke termijn de producten aangeleverd moeten worden.

VERPLICHT PRODUCT 2:
Nadat we in ons eigen team hebben gepraat over dit ‘double-loop learning principe’ is de vertaalslag gemaakt naar de eigen organisatie. Er zijn vervolgens twee trajecten gevolgd, namelijk de PDCA-cyclus welke zijn grondslag vindt in de principes van Argyris en Schön en daarnaast het veranderingsproces op locatie welke een interne verbetering/ aanpassing is van ons onderwijsaanbod. Voor dit laatste uitgangspunt heb ik samen met de directie een curriculum ontworpen voor een nieuw te vormen schakelklas. Dit conceptplan is aan het team voorgelegd en besproken, In de bijlage ‘curriculum schakelklas 2012is dit te zien. Hierna hebben de docenten van de locatie feedback kunnen geven op dit document. Ik heb een analyse gemaakt die gebaseerd is op de principes van Van den Akker (2008) Het spinnewebmodel volgens van den Akker geeft inzicht in de sterktes en zwaktes van onze organisatie.  Vervolgens heb ik de relatie gelegd naar de drieslag die we kunnen maken over hoe een plan of idee bedoeld is (intended), hoe het vervolgens uitgevoerd is (implemented) en hoe het ervaren wordt door leerlingen (attained). In het document Analyse schakelklas op basis van Van den Akkerheb ik dit verder uitgewerkt voor onze locatie.

Via de ‘ben ik het verder gaan ontwikkelen.





VERPLICHT PRODUCT 3:

Dit leerproduct heeft betrekking op de ontwikkeling van ons trapmodel. Hieronder is de ontwikkeling te zien met helemaal onderaan het eindproduct wat geschreven is naar de ontwikkeling binnen onze eigen organisatie. In onze ‘derde orde-groep’ is lang gezocht naar een grootste gemeenschappelijke deler waarin we allemaal een deel van onze eigen organisatie kunnen herkennen. We hebben besloten om ons te richten op het thema ‘communicatie’. Er is duidelijk te zien in de verschillende concepten welke worsteling we hebben doorgemaakt om uiteindelijk een gemeenschappelijk doel te kunnen bereiken.



Concept 1:


concept 2:


concept 3:


concept 4:


concept 5:




het trapmodel herschreven naar de eigen organisatie:






VERPLICHT PRODUCT 4:

Om dit leerproduct in beeld te brengen heb ik een tweetal docenten geïnterviewd waarbij ik getracht heb om zicht te krijgen op onze toetsvormen. Het is namelijk gebleken uit eerdere bilaterale gesprekken dat het aanbieden van toetsen voor docenten een probleem is. We hebben gemeend om in onze schakelklas onder andere de toetsen met behulp van een computer aan te bieden waarbij de toegankelijkheid voor leerlingen die auditieve ondersteuning behoeven ook gemakkelijker is. Een aantal docenten hebben vervolgens ervaring opgedaan met de zogenaamde ‘wintoets’. Deze docenten zijn bevraagd in een interview, waarbij een aantal stellingen zijn geponeerd waarop zij vervolgens hun reactie hebben gegeven. Nadat dit interview is afgenomen zijn er conclusies getrokken die ertoe hebben geleid dat er meerdere docenten gebruik gaan maken van ‘wintoets’.

 

Ik heb allereerst een aantal relevante stellingen opgesteld en vervolgens hierop een aantal vragen gebaseerd waarop doorgevraagd kon worden. De interviewvragen zijn te vinden in het document interviewvragen De weerslag van deze interviews zijn te vinden in het document  interview met Aart-Jan de Wit en Bart Otjens

Volgens het assessment is het wenselijk om de reacties van de directeur of belanghebbende collega’s via de mail aan te leveren.



 

VERPLICHT PRODUCT 5:

Om zicht te krijgen op de doorgaande ontwikkeling van eerdergenoemde processen hebben we gemeend om interactie tussen leerling en docent beter in beeld te krijgen. Dit heeft dan mede te maken met de communicatie waarna ik verwijs in de uitwerking van ons trapmodel. In het document Scaffolding wat met behulp van medestudenten van de MLI ontwikkeld is krijgen we via observatie een beter zicht op deze inventarisatie.  In een videointeractie van mijzelf is deze observatie in beeld gebracht. Helaas is het niet mogelijk om dit weer te geven aangezien het bestand te groot is qua omvang. Het is HD kwaliteit en daarmee dus ook te groot om te uploaden. Mocht er interesse zijn om dit fragment te bekijken dan kan ik dit via een usb-stick alsnog laten zien.  

In overleg met onze schakelklasdocenten hebben we vervolgens een systeem ontwikkeld om de communicatie duidelijker te maken.  Hiervoor gaan we gebruik maken van een pictogramsysteem. Dit systeem geeft meer duidelijkheid over de inhoud van de les met name voor die leerlingen die auditief zwak zijn en voor degene die vanuit het autistisch spectrum leerachterstanden hebben opgelopen en behoefte hebben aan een duidelijke structuur. Het scaffoldingsprincipe vertaald zich dus binnen de schakelklas tot het zichtbaar maken van de lesstructuur. Hiervoor hebben we allereerst een aantal pictogrammen gezocht welke we kunnen gaan gebruiken voor de verschillende vakken. Deze pictogrammen moeten algemeen van aard zijn en inzetbaar bij alle vakken. In dit  pictogram is een voorbeeld te zien wat voor een soort picto’s er gebruikt zijn. Vervolgens zijn deze pictogrammen in een format pictogebruik gezet welke we op een groot smartboard laten zien aan de leerlingen. Aan het begin van iedere les is op deze manier duidelijk welke onderdelen aan bod komen. Dit is ook in de video te zien welke ik eerder in dit verslag vermeld heb.

Nadat we hebben geëxperimenteerd met dit principe van picto’s zijn we met de doorontwikkeling verder gegaan. Deze ontwikkeling bestond erin om feedback van de leerlingen te vragen over het systeem. Het bleek dat veel van onze leerlingen erg veel baat hebben met deze vorm van informatieverstrekking.



VERPLICHT PRODUCT 6:

Vanuit eerdere observaties en vanuit de informatie verkregen uit de curriculum-analyse hebben we een handleiding opgesteld die uitgaat van een beter groepsproces. Allereerst is daarvoor wat achtergrondkennis nodig welke docenten kunnen helpen vanuit welk idee we hieraan willen gaan werken:

Wanneer we over een 'groep' spreken, betekent dit volgens Schmuck en Schmuck (1980) dat de groepsleden elkaar onderling beïnvloeden. Als mensen samen zijn maar geen invloed op elkaar uitoefenen, is er geen sprake van een groep in de echte betekenis van het woord.

Groepsleden hebben te maken met uiteenlopende doelen, die soms tegenstrijdig zijn met elkaar en daardoor tot conflicten tussen de individuen kunnen leiden. Immers, de doelen van de groep en deze van de individuen vallen niet steeds samen.

Zo is het een gekend gegeven dat sommige leerlingen enerzijds gericht kunnen zijn op een maximale individuele prestatie, maar tegelijk gedwongen worden om zich aan het ritme van de groep aan te passen of dat sommige leerlingen het goed vinden dat de leraar de onderlinge competitie stimuleert, terwijl anderen vinden dat ze zouden moeten leren samenwerken.



POSITIEF KLASKLIMAAT

Uit het vele onderzoek naar de kenmerken van de klas als groep, komt naar voren dat een positief klasklimaat ('goede sfeer') leidt tot een positieve zelfwaardering en tot goede schoolprestaties van de individuele leerlingen. Deze constatering wijst erop dat het bevorderen van de individuele leerling samengaat met het functioneren van de groep, zodat opnieuw het belang van het creëren van een goed klasklimaat op de voorgrond komt.



ONDERZOEK: VIJF BELANGRIJKE AANDACHTSPUNTEN

Dankzij het onderzoek van Kounin (1970) is hierin verandering gekomen. Deze onderzoeker trachtte juist de vraag naar goed management te beantwoorden door effectieve en niet-effectieve leerkrachten met elkaar te contrasteren. Hij registreerde videobeelden van klassen die vanuit organisatorisch standpunt voor 'ideaal' doorgingen, maar ook van slecht georganiseerde klassen.



Uit zijn onderzoek kwam een nogal verrassende uitkomst naar voren: effectieve leraren verschillen niet zozeer van hun tegenpolen wanneer ze op storend gedrag van leerlingen ingaan, maar wel op de hierna genoemde punten:

             Het erbij-zijn

             Meerdere zaken tegelijk kunnen uitvoeren (overlap)

             Zorg voor continuïteit en vaart

             Verantwoordelijkheid delegeren

             Uitdaging en afwisseling in de taken brengen

BETER VOORKOMEN DAN GENEZEN

De bovenstaande kenmerken wijzen erop dat goede klassenmanagers niet zozeer effect sorteren omwille van hun aanpak van ongewenst gedrag, maar vooral omdat ze de leerlingen continu weten te oriënteren op zinvolle taken. Het adagium "beter voorkomen dan genezen" is hier van toepassing.



Kortom, het effectief managen van een klas steunt op het organiseren van taakgerichte activiteiten voor de leerlingen, het vasthouden van aandacht en interesse en het voorkomen van ordeverstoringen. Voor de onderwijsgevende betekent dit dat het voorbereiden van een les meer is dan het voorbereiden van de te onderwijzen inhoud. Het betekent immers ook het voorzien van activiteiten waardoor bijvoorbeeld afwisseling en vaart mogelijk wordt.



Het ontwerpen, uittesten, evalueren, bijstellen en vervolgens opnieuw kritisch overdenken van de nodige organisatorische maatregelen is derhalve voor iedere leraar belangrijk. Deze activiteiten vangen reeds aan vooraleer een nieuw schooljaar begint. Zo worden duidelijke regels en afspraken vastgelegd voor het functioneren van de klas (bijvoorbeeld wanneer iemand aan het woord kan komen, of er met elkaar kan worden overlegd), worden regels bepaald voor concrete activiteiten, zoals voor het zelfstandig werken aan opdrachten of voor activiteiten tijdens groepswerk.



HELDERHEID

Dit alles leidt tot helderheid over regels en procedures, inclusief over de gevolgen wanneer de overeengekomen regels en procedures niet worden opgevolgd. Soms worden de regels vastgelegd in een 'klasreglement' waaraan leerlingen of hun vertegenwoordigers kunnen meewerken. In ieder geval dient de nodige tijd te worden uitgetrokken voor het toelichten ervan, zodat iedereen precies op de hoogte is van wat verwacht wordt.



Veenman en Lem (1989) geven in dit verband de volgende richtlijnen:

             De leraar dient bij de aanvang van het schooljaar de noodzakelijke tijd in te ruimen om met de leerlingen over de regels en procedures te praten. Daarmee dient hij/zij uiteraard reeds bij de voorbereiding rekening te houden;

             De procedures dienen even systematisch te worden aangebracht als bijvoorbeeld bepaalde leerinhouden. Dit vereist uitleg en demonstratie. Vooral de duidelijke informatie over het al dan niet volgen van de afgesproken procedures is cruciaal. Men kan er immers niet van uitgaan dat de leerlingen alle regels en procedures kunnen toepassen, louter op grond van een eerste verbale instructie;

             Men dient te beginnen met de activiteiten, die steunen op relatief eenvoudige procedures, bijv. het geven van antwoorden tijdens de klassikale instructie. Stilaan kunnen onderwijsleersituaties worden gecreëerd, waarin complexere regels en procedures voorkomen, zoals in het groepswerk of het zelfstandig werken. Vandaar de behoefte aan een geleidelijke toename van de moeilijkheidsgraad bij de toepassing van regels en procedures.

ONDERWIJSTEAM

Het ligt voor de hand dat het effect van dergelijke afspraken groter is als deze niet door één leraar worden voorgesteld, maar door alle teamleden van een school. Dit betekent evenwel niet dat er op dit punt geen verschillen tussen leraren mogen zijn.
Schmuck en Schmuck (1980) wijzen op het bestaan van drie cyclisch terugkerende fasen, waarvan de duur erg variabel is.

1.            Verkenning
De leerlingen die in een nieuwe groep terechtkomen, starten met een fase van verkenning. Ze zijn zoekend en onrustig, omdat ze zich aan elkaar van hun beste kant willen laten zien. Ze zijn erom bekommerd door de groep geaccepteerd te worden, willen weten wie de anderen zijn en wat ze aan elkaar hebben. Men wil erbij horen. De leraar dient in deze fase de gewenning aan elkaar te stimuleren door de leerlingen persoonlijk aan te spreken en in het klasgebeuren te betrekken, zodat ze zich veilig en op hun gemak gaan voelen.

2.            Machtsstrijd
Na een eerste gevoel van veiligheid ontstaat een soort machtsstrijd. Enerzijds wordt de leraar op de proef gesteld en uitgedaagd en anderzijds wordt de positie van iedere leerling in de groep uitgetest. Dikwijls ervaart de leraar deze situatie als een uitdaging om autoritair op te treden, met de kans dat er een schoolvijandig en opstandig klimaat geschapen wordt. Gesuggereerd wordt zo'n situatie op te vatten als een doorgangsfase naar een verrijking van het klasklimaat. In plaats van de conflicten op zichzelf te betrekken, kan de leraar beter het probleem beschouwen als een kenmerk van de klas als systeem, zodat hij meer als begeleider van dit proces, dan als rechter van de leerlingen optreedt. Anderzijds biedt de spanning tussen de leerlingen de gelegenheid om de basisprincipes van de sociale interactie aan te leren, de eigen kennis, behoeften, gedachten en gevoelens te doen communiceren en te leren luisteren naar de perspectieven (motieven, argumenten) van de anderen.

3.            Efficiënte uitvoering van de leertaken
Als de leerlingen zich veilig voelen en geleerd hebben te communiceren met elkaar, kunnen de leertaken volop in het centrum worden geplaatst. Immers, nu zijn de groepsvoorwaarden voor een efficiënte uitvoering van de leertaken vervuld. Het cognitief en sociaal functioneren zijn in evenwicht, ook al kunnen nog problemen voorkomen die nu evenwel sneller en efficiënter kunnen worden opgelost.


Bovenstaande ideeën en uitgangspunten hebben ertoe geleid dat we via onze ‘pedagogisch didactische werkgroep’, waarvan ik de voorzitter ben, op locatie Heesch gekomen zijn tot een aantal richtlijnen die iedere docent gaat gebruiken in zijn lessen. Dit vindt zijn weerslag in een zogenaamd Docentenvademecum. Hierin kunnen beginnende docenten zien welke onderdelen relevant zijn voor de communicatie naar de leerlingen en de afspraken die daarvoor gelden.

Het is een doorlopend proces van verandering. Het docentenvademecum is een eerste opzet voor deze verandering. In de loop van het komende jaar wordt dit document uitgebreid met allerlei andere onderdelen die relevant zijn.


VERPLICHT PRODUCT 7 en VERPLICHT PRODUCT 8

Hiervoor verwijs is graag naar onze blog van ontwerpbureau ‘de derde orde’ waarin het veranderingsproces duidelijk beschreven staat. Eveneens is Daniëlle de Boer nauw betrokken geweest bij de struggle die we hebben doorgemaakt om tot een goed afgestemd trapmodel te komen.

We hebben een enquête opgesteld welke een beeld geeft van de positie van een team als ondernemende organisatie. Hierbij gaan we dieper in op de communicatie welke vanuit het trapmodel als grootste gemeenschappelijke deler is samengesteld. Deze is eveneens te vinden via een link in het ontwerpbureau. Mocht dit moeilijk toegankelijk zijn, dan verwijs ik  graag naar de link van deze enquête via mijn eigen blog. 

VERPLICHT PRODUCT 9:
Een out-of-box denkproces in mijns inziens in gang gezet toen we besloten hebben om met het idee van de schakelklas te beginnen. Echter is het proces van verandering in deze groep al zo uitvoerig hierboven besproken dat het me zinvol lijkt om een ander veranderingsproces binnen onze organisatie te beschrijven wat ten goede komt aan de ontwikkeling van onze leerlingen.

in ons systeem van ’het nieuwe leren’ hebben we gemeend om in de omgeving van digitale ondersteuning nog beter en effectiever gebruik te gaan maken van dit systeem. We hebben gemerkt dat leerlingen d.m.v. instructie veel informatie kunnen oppikken, maar eveneens veel informatie vergeten. Uit onderzoek is gebleken dat met name het krijgen van feedback veel toegevoegde waarde heeft als het gaat om het opnemen van deze informatie. Herhaling van instructie is vaak lastig in ons systeem waarbij 56 leerlingen in één lokaal aanwezig zijn waarbij 2 docenten moeten zorgen voor een adequate ondersteuning bij het leerproces. Binnen de schakelklas van 18 leerlingen en één docent is dit eenvoudiger te realiseren, maar ook daar merken we dat auditieve instructie moeilijker beklijft dan de combinatie van mondelinge informatie, waarbij gebruik gemaakt wordt van zichtbare voorbeelden. Ik vond het daarom ook zinvol om instructie toegankelijker te maken op die momenten dat leerlingen daar behoefte aan hebben. Het idee werd geopperd om de instructie op te nemen en vervolgens via de elektronische leeromgeving aan te bieden. Dit zou dan een extra aanvulling zijn naast de aan he begin van de les gegeven instructie.

Een aantal docenten hebben dit als een soort van pilot aangegrepen om dit uit te gaan proberen.

Twee voorbeelden heb ik hier toegevoegd; het betreft een  video over verre reizen en gezondheid gemaakt door onze biologiedocent











en een instructie van een culturele opdracht gemaakt met medewerking van onze directeur.













Aangezien dit door leerlingen als erg prettig wordt ervaren en de informatie op afroep opgevraagd kan worden is in overleg nu besloten dat andere docenten dit ook gaan invoeren en introduceren in hun lesaanbod.  Dit lijkt mij typisch een voorbeeld van out-the-box denken alhoewel het idee niet alarmerend nieuw te noemen is, is het voor onze begrippen binnen ons huidig onderwijssysteem toch vernieuwend en voegt het iets effectiefs toe aan het leerproces van onze leerlingen.



VERPLICHT PRODUCT 10:
Als laatste onderdeel van de producten hebben ik gemeend om het ontwerp wat betreft de schakelklas voor te leggen aan een medewerker van het fontys uit Tilburg, dhr. Ad Donkers. Hij is tevens onze externe adviseur sinds maart 2012 wat betreft de ontwikkelingen in de schakelklas. Ik heb de documenten eveneens voorgelegd aan mijn andere directieleden met de vraag of ik daar feedback op zou kunnen krijgen.  Door de drukte heb ik echter nog geen mail mogen ontvangen met daarin hun reactie.



-------- Original Message --------

Subject: onderzoeksvoorstel
Date: Maandag 11 Juni 2012 09:24 CEST
From: Harrie de Smit <hdsmit@hethooghuis.nl>
Organization: het Hooghuis

To: "Donkers,Ad A.M.J.M." <a.donkers@fontys.nl>, Francis Elkerbout <felkerbout@hethooghuis.nl>,Tiny Arts <tarts@hethooghuis.nl>, Bart Otjens <botjens@hethooghuis.nl>



Beste mensen,
in de bijlage kunnen jullie mijn onderzoeksvoorstel zien welke ik
tijdens mijn studie heb geschreven.
Het is een flink document geworden. Het verzoek aan jullie is om er een
keer overheen te kijken. Ik kom hier op de eerstvolgende
managementvergadering nog op terug.

groet,   Harrie

En deze reactie heb ik teruggekregen van dhr. Ad Donkers:

-------- Original Message --------
Subject: RE: informatie gevraagd omtrent enquete in klas 1d
Date: Woensdag 20 Juni 2012 09:28 CEST
From: "Donkers,Ad A.M.J.M." <a.donkers@fontys.nl>
To: Harrie de Smit <hdsmit@hethooghuis.nl>

Dag Harrie,

Het is inderdaad nu erg druk. Ik ben ook nog niet aan je werkstuk lezen toegekomen. Wordt vakantie denk ik.
Drs. Ad M.J.M. Donkers,
Orthopedagoog NVO, GZ psycholoog NIP
A.Donkers@kpnmail.nl


Er is dus te zien dat de wil er wel is om feedback te vragen va externen en te reflecteren op het leerproces, maar dat de tijd en de drukte een belangrijke rol speelt

Tot zover deze samenvatting van mijn assessment in LA2.  Het is een heel document geworden en hier en daar zullen er ongetwijfeld zaken niet volledig zijn, maar deze zijn vaak te vinden op de rest van mijn blog.

Succes met het nakijken en beoordelen.

woensdag 20 juni 2012

Het vervolg van het herontwerp en een leeractiviteit

Nadat we in ons team de eerder genoemde uitslag van de nulmeting hebben besproeken zijn we aan het werk gegaan met de specifieke schakelklas. Voorafgaand aan dit veranderingsproces heb ik een presentatie verzorgd waarin aan alle collega's is uitgelegd wat we willen bereiken met deze schakelklas. Via deze powerpointpresentatie is te zien welke onderdelen aan bod zijn gekomen. De basis voor het herontwerp ligt hier aan ten grondslag. Een juiste en transparante communicatie is de voorwaarde om deze schakelklas succesvol te laten worden.   Vervolgens zijn we aan de slag gegaan en hebben we via een PDCA-traject een veranderingstraject opgestart. Daarbij hebben we bekeken via welke invalshoek we moeten veranderen. Er moet allererst commitment zijn om te willen veranderen. Vanuit de vergadering met de schakelklasdocenten hebben we getracht de neuzen dezelfde kant op te laten wijzen. In dit document is te zien hoe we docenten willen begeleiden om dit doel te bereiken. Vervolgens hebben we afspraken gemaakt omtrent de afspraken die in deze klas gemaakt zijn. Het betreft hier de communicatie naar de leerlingen. Hier is te zien welke lesopbouw we gaan inzetten. 
Om een eerste aanzet te geven voor een leeractiviteit hebben we gemeend om deze activiteit op te nemen in een zelfde afsprakensystematiek waarbij auditief zwakkere leerlingen ondersteund worden in de uitvoering van hun opdrachten. Een eerste opzet is gemaakt om te komen tot het gebruik van pictogrammen. Een voorbeeld hiervan is te vinden in het document picto wiskunde.

maandag 18 juni 2012

Een eerste aanzet tot een herontwerp. Een nulmeting via feedback

Via een nulmeting hebben we binnen onze organisatie getracht een beeld te krijgen op ons teamfunctioneren. De resultaten zijn direct opgenomen in deze meting. Met deze gegevens wordt een PDCA-traject opgestart waarbij we verder inzoomen op de gemeenschappelijke aandachtspunten.

Interpretatie uitslagen enquête de derde orde

Bij de interpretatie van de scores kunnen we de volgende conclusie trekken

 4 of 5 punten dan Model II
 1 of 2 punten dan model I
 3 punten dan model 1,5
De deviatie mag ons inziens niet groter zijn 1.

 Echter de volgende opmerkingen zijn daarbij noodzakelijk:

 -Als gegevens bekeken worden per individu dan niet naar gemiddelde kijken
 -Om te bepalen in welk model je als groep zit dient het gemiddelde per vraag te worden bepaald, of het gemiddelde van alle groepsvragen (dit zou dan een verticale beoordeling worden)
-Alle vragen zijn belangrijk en relevant voor het bepalen van de uitslag.
-Bij het afnemen bij een grote groep zijn de resultaten  anders dan bij een kleine groep. Bij een kleine groep moet de variatie mee worden gewogen , waarbij het waarschijnlijk is dat de norm bijgesteld moet worden.
 -Horizontale interpretatie van de resultaten zegt iets over het individu binnen de groep en
verticaal iets zegt over het team functioneren (zie voorbeelduitkomst Excel bestand)
 -Het is goed om de resultaten die gaan over de groep los te koppelen van de resultaten die gaan over het individu.
 -Het zou interessant kunnen zijn om aan de hand van de individuele scores een scholingstraject uit te zetten voor de betreffende collega.
 -De uitkomst van de individuele vragen en de groepsvragen over dezelfde onderwerpen kunnen gezien worden als een controle vraag.

in de volgende documenten  (via Excel en Word) kan men een voorbeeld zien van de uitslagen van de enquete

Enquête Trapmodel

De derde orde heeft in overleg een enquete samengesteld welke inzicht geeft in het double-loop learning principe. via de enquete trapmodel kunnen we zicht krijgen op de aanwezige kwaliteiten van mensen en hun standpunt hieromtrent.

maandag 11 juni 2012

Het orginele trapmodel opgesteld door 'de derde orde'

In dit document kunnen jullie zien vanuit welke basis ons gemeenschappelijk trapmodel is opgebouwd. het betreft hier het onderdeel communicatie van waaruit we een drietal deelaspecten hebben bekeken.

Het trapmodel toegepast op Hooghuis Heesch

In dit document kunnen jullie het trapmodel vinden wat ik herschreven heb op basis van mijn bevindingen op mijn locatie Het Hooghuis Heesch.